zondag 14 januari 2018

Column Esther Boek

Jij mag er zijn

 Op het moment dat ik dit schrijf is 2018 nog geen twee weken oud. De oliebollen zijn op, het vuurwerk nog niet, en we gaan weer over tot de orde van de dag. Goede wensen liggen achter ons, iedereen is gezoend door bekenden en wildvreemden die jou oh zo geweldig leuk, lief en super vinden, en er liggen weer verse, onbeschreven dagen voor ons die we kunnen vullen met woorden die we zelf mogen kiezen. En dat hebben we dan ook alweer massaal gedaan.

 Zo bleek dat in Wijk bij Duurstede, een pittoresk stadje met een kleine vierentwintigduizend inwoners, een beloningsplan goed uit te pakken. Tijden de voorlaatste oud op nieuw was er voor dertienduizend euro schade aangericht. Dat moet anders, bedachten ze daar dus, na wat heen en weer gepraat kwam er een plan. Een jongerenwerker toog naar plaatsen waar jongeren samen kwamen en maakte hen bewust van wat spullen kosten. Honderdvijftig euro voor een verkeersbord, vijfhond euro voor een vuilnisbak en des al niet meer. Daarnaast zette hij een beloning in. Er zou dit jaar tienduizend euro begroot worden voor de aankomende oud en nieuw om de, door deze jongeren toegebrachte schade door vuurwerk, te herstellen. Het bedrag dat overbleef mochten de jongen naar eigen inzicht besteden. Resultaat? Afgelopen oud en nieuw had Wijk bij Duurstede een schadepost van vijfentwintighonderdenzestig euro. Geweldig. Als beloning verhoogde de gemeente het overgebleven bedrag met nog eens duizend euro. Er was minder gesloopt en de jongeren leerden dat goed gedrag je wat oplevert. Missie geslaagd. Zou je denken.
Sociale media, nieuwsberichten en de grote positiviteitssite PowNed, gingen los. “Dus als men zich normaal gedraagt wordt men extra beloond? Daar heb ik maar 1 woord voor: 'Belachelijk.” En: “En zo lacht dat autochtone gajus en al die Nieuwkomers zich de barste om onze bestuurders. Als wij er dan over mopperen lachen ze ons ook uit. De macht is zo pijnlijk duidelijk aan de neolibs, de koloniale migrant en het tuig. Mooi land geworden hier: geld krijgen voor voorzieningen omdat je de boel buiten wat minder in elkaar getrapt hebt dan anders.” En natuurlijk ook: “Wauw als we dit gaan belonen en de jongeren opvoeden dat je beloont word als je niks van een ander sloopt en een ander zijn leven kapot maakt.. wil ik dit land over 20 jaar wel eens zien wat een chaos”.
En dan schrik ik. Word ik geconfronteerd met het besef dat we inmiddels in een maatschappij leven waarin we negatieve middelen zoals bestraffen normaler vinden dan de positieve kracht van belonen. Terwijl we weten dat kinderen, mensen, maar bovenal pubers, veel meer bereid zijn om iets te doen wat wenselijk is met een positieve aanpak dan iets onwenselijks te laten als negatieve aandacht het gevolg is. Het brein, en vooral dat van pubers, is erg gevoelig voor een positieve aanpak en de bezitter van dit brein zal, na beloning, dit wenselijke gedrag herhalen. Wijk bij Duurstede wist dat, leverde het bewijs maar kreeg toch een storm van ongefundeerde kritiek over zich heen van mensen waarvan een groot deel last had van het Calimerosyndroom: “Ik rook niet, ik kauw geen qat, eet en leef gezond, poets netjes mijn tanden en ieder jaar betaal ik meer zorgpremie!?????????” Alsof de gemeente Wijk bij Duurstede plots ook verantwoordelijk is voor de hoogte van de zorgpremie, maar goed, ik typ verder.
C:KAV/MartinVotava

Op nieuwjaarsdag zag om 00.47 uur de eerste Weense baby van 2018 het levenslicht. De Oostenrijkse tabloid Heute plaatste dit prachtige feit, want wat is er tenslotte mooier dan nieuw leven, op Facebook en gaf dit bericht kleur door een mooie foto te plaatsen van de gelukkig papa en mama met hun enkele uren oude dochter. De jonge moeder lachte stralend in de camera. Haar nog bleke gezicht kreeg wat kleur door de roze hoofddoek die ze droeg en de donker bebaarde nieuwe papa hield zijn vrouw en dochtertje stevig vast. Hoera! Beschuit met roze muisjes, doen ze dat eigenlijk in Oostenrijk, felicitaties en goede wensen. Of niet. “Ik hoop op een wiegendood.”, “Deporteer dit uitschot.”, en “Als ze achttien is, is ze al een terrorist.”, waren de felicitatiewensen voor dit nieuwbakken gezin. Onze toetsenbordhelden wonen niet alleen in Nederland.

 H&M bracht een foto online met daarop een kindertrui uit hun nieuwste collectie. Een te schattig
Nigeriaans jongetje met een groene trui met de tekst “Coolest monkey in the jungle”.
De media viel volledig over de mode-keten heen. Het merk was racistisch, contracten werden verbroken en de advertentie werd vliegensvlug verwijderd en excuses werden aangeboden. Terwijl ik alleen maar een stralend jongetje zag die apetrots was, sorry ik kon het niet laten, op zijn coole trui.
Natuurlijk is racisme iets dat we pertinent af moeten keuren. Maar slaan we niet massaal door met het trekken van deze kaart? Want de nu door mij genoemde trui is slechts een voorbeeld van de vele reacties op simpele, eenvoudige, onschuldige uitlatingen die zo uit hun verband getrokken worden dat juist daardoor mensen zich benadeeld voelen. Daar waar eerst nog louter een kind in een trui werd gezien, gingen zich nu mensen racismeslachtoffer voelen van iets dat niet racistisch is en zeker niet zo bedoeld is.  
Zijn afbeeldingen, uitspraken, gebruiken, die nu als racistisch worden gezien niet slechts aanleidingen geworden om weer ongefundeerd los te gaan op sociale kanalen en heerlijk weg te kruipen in de slachtofferrol waarin we alle mislukkingen in ons leven aan op kunnen hangen.
Nog niet zo heel lang geleden liep ik door Amsterdam waar in souvenirswinkels voor aandenkens aan Nederland, grof de portemonnee werd getrokken. Zo ook kleding met een wat dubieuze afbeelding. Ik haalde mijn schouders op en liep door. Had er vertrouwen in dat dit slechts een uitvergroting van vooroordelen was en dat niet elk mens buiten Amsterdam de Nederlandse, blanke, vrouw, mij dus, zag als een boerin op klompen die met haar ontblote billen, een kaas onder haar rechterarm en een bos verlepte tulpen in haar linkerhand, zo stonend als een garnaal langs de molens loopt. Degene die dat wel denkt, ach, die is niet wijzer. En, nog belangrijker, ik betrok het zeker niet op mezelf.
Of, zoals de moeder van het jongetje in de H&M reclame op Twitter schreef: “Maak hier toch niet zo’n heisa over, er is niets aan de hand. Ik zie het probleem gewoon niet. Iedereen mag hier zijn mening over hebben, maar het is niet mijn manier van denken. Het is eigenlijk heel simpel. Een zwart kind is een kind en een aap is een dier. Racisten en slachtoffers van racisme denken daar blijkbaar anders over, maar ik behoor tot geen van beide groepen.”
En ik denk te begrijpen wat ze zegt. Natuurlijk zijn er slachtoffers van racisme. Maar je hebt hierin ook vaak een keuze. Als je alles wat je maar enigszins kan draaien naar racisme ook die kant op draait, ben je slachtoffer. En zij wenste dat niet te zijn. Net zoals ik niet wenste, de afbeelding van die trui in Amsterdam al te serieus te nemen, besloot zij, voor zichzelf, de trui van H&M te zien wat het was, een capuchontrui met een grappige tekst.

Ik maak me zorgen om mijn maatschappij. Zorgen om mijn kinderen die moeten leven in een wereld waarin we denken in straffen, mensen met een andere achtergrond zien als terroristisch uitschot en onschuldige woorden onder de noemer rasisme gooien.
Waar heeft verdraagzaamheid plaatsgemaakt voor veroordeling. Wanneer zijn we opgehouden met elkaar proberen te begrijpen en zijn we vaten vol onbegrip geworden.
Komt het door onze onwrikbare liefde voor onze mobiele telefoon, waardoor we geen idee hebben wie er tegenover ons in de trein zit. Omdat we met onze oortjes ingeplugd eelt op onze duim scrollen in plaats van een gesprek te voeren met die andere medereiziger.
Is het de sociale media, waardoor we klakkeloos onze frustratie in hatelijke woorden kunnen spuien omdat we toch niet zien hoe de ontvanger van die woorden reageert. We zijn verdriet, zijn pijn en zijn angst niet in zijn ogen kunnen lezen.
Zijn het de buurten geworden, waarin we wonen maar waar we niet leven zoals leven bedoeld is. We niet niet eens meer altijd weten hoe onze buurman heet, laat staan die vrouw vijf deuren verder. Waar ons huis een eilandje geworden is tussen al die andere eilandjes in plaats van een buurtschap zoals het vroeger was.
Of zijn we te verwend geraakt. Zijn we verleerd dat het leven niet maakbaar is, dat we dankbaar moeten zijn voor wat ons in onze schoot geworpen wordt en geluk mogen hebben voor wat goed gaat in ons leven. Zijn we mensen geworden die voorspoed, gezondheid en geluk zien als ons recht, als iets dat we verdiend hebben en dat we daarmee automatisch mensen bij wie het minder of anders gaat, zien als uitschot dat het er zelf wel naar gemaakt zal hebben.

Kunnen we niet een nieuwe hashtag in het leven roepen? Een teken dat we het zat zijn, de negativiteit, het zeiken om het zeiken, het veroordelen en het lijden aan verbale diarree.
Een vreedzaam verzet, dat zich als een inktvlek verspreid op Facebook, Twitter en Instagram. Waar mensen over praten, waar media over schrijven.
Een symbool waardoor we ons bewust worden dat we allemaal reizigers zijn in onze gezamenlijke trein die ‘leven’ heet en waardoor we ons bewust worden dat we moeten praten met onze medereizigers.
Dat we als status in onze whatsapp kunnen zetten, zodat mensen weten dat we na 20.00 uur alleen nog te spreken zijn en niet meer louter communiceren via berichtjes die vaak verkeerd geïnterpreteerd worden omdat je geen intonatie hebt.
Laten we weer kijken, luisteren en praten met elkaar, simpel omdat die ander het waard is, en niet alleen maar, zonder fysiek contact, schelden op en oordelen over elkaar.
Zullen we weer interesse tonen, nieuwsgierig zijn naar wat we niet kennen, zodat onze visie verbreedt wordt en we niet opgesloten raken in ons zelf opgelegde beperkingen.
Ik doe de aftrap, doe jij mee? #youcanbethere







2 opmerkingen:

  1. Dank je wel Esther. De enkele punten waar ik nog aan twijfelde door jouw column kunnen nuanceren en bijstellen. Hopelijk kunnen meer een mensen dat en kunnen we een begin maken met een hernieuwde liefdevolle samenleving.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Pats boem raak. Met beide voeten op de aarde, rug even recht en de kop weer helder. Wat een waarheid en bijzonder juiste kijk op zowel de idioterie die er op dit moment in de wereld rondzwerft en de waanzin van mensen die te veel tijd hebben om zich druk te maken, over wat wij als mensen erg moeten vinden of dat we opgelegd krijgen om te moeten denken dat t normaal is om alles maar te bekritiseren en te verdoemen. Laten we zoals ik al in t begin schreef, weer terug gaan naar de basis en met beide voeten op de aarde gaan staan. Geweldig bekeken en geschreven Esther. Dank

    BeantwoordenVerwijderen